Oude verhalen voor jonge lezers. Over bewerkingen van literaire klassiekers

  • Sanne Parlevliet RUG

Samenvatting

Samenvatting

Het hertalen en bewerken van literaire meesterwerken is een oude traditie. Zo wordt het literaire erfgoed doorgegeven aan volgende generaties. De redenen die hedendaagse hertalers geven voor het bewerken van klassieke teksten komen overeen met de redenen die daar meer dan een eeuw geleden voor werden gegeven. Veel gebruikte bewerkingsstrategieën zijn moderniseren en inkorten. Op deze manier wordt in bewerkingen die zijn bedoeld voor jonge lezers rekening gehouden met hun lees- en levenservaring en hun leef- en belevingswereld, maar ook met de opvattingen van volwassenen over wat goed en geschikt is voor jonge lezers. Om te laten zien dat zij aan die opvattingen tegemoet kwamen, plachten bewerkers in bewerkingen van internationale  klassiekers, zoals Reynaert de Vos, Tijl Uilenspiegel, Robinson Crusoe en Gulliver’s travels, tussen 1850 en 1950 via intertekstuele ‘onderonsjes’ over de hoofden van de kinderen heen te knipogen naar volwassen meelezers.

 

Abstract

Rewriting literary masterpieces has been a long tradition. This way literary heritage is transmitted to next generations. Contemporary rewriters give the same reasons for rewriting classic texts as rewriters more than a century ago. Adaptation strategies that have often been used are modernization and abbreviation. In adaptations for young readers, this has been used to account for the accessibility for readers with less reading and living experience, but also for adult ideas about the acceptability of the stories as stories for children. To show fellow adults that they had taken their ideas about the acceptability into consideration, rewriters tended to create intertextual ‘tête-à-têtes’ by winking at them over the heads of the child readers.

Gepubliceerd
2011-09-08
Sectie
Artikelen