Het- genus bij leenwoorden in het Brusselse dialect en in de Nederlandse standaardtaal – De invloed van syllabebouw en klemtoonpatronen

  • Georges De Schutter KANTL

Samenvatting

De Vriendt & De Schutter (te verschijnen) brengt materiaal dat als conclusief kan gelden voor het feit dat in het Brussels-Nederlandse dialect tweelettergrepige woorden met eindklemtoon significant vaker dan andere leenwoordtypen onzijdig genus krijgen. Uit een nieuw samengesteld corpus blijkt dat dezelfde tendens naar onzijdig toe (en dus van het oorspronkelijke genus is het Frans weg) ook in de Nederlandse standaardtaal bestaat. Bovendien blijkt in dit vervolgonderzoek dat dezelfde voorkeur ook voor andere leenwoorden met niet-beginklemtoon geldt.

Een verklaring voor de evolutie in het Brussels zoekt Treffers-Daller (1994) in de formele gelijkheid in syllabe- en klemtoonpatroon met het afleidingstype met onbeklemtoond prefix (b.v. bezoek, ontslag), dat in het Nederlands en al zijn dialecten (met inbegrip van het Brussels) vrijwel zonder uitzondering onzijdige woorden oplevert. Van Marle (2004) verwerpt die poging tot verklaring, omdat de twee woordtype in morfologisch op zicht te ver van elkaar af staan.

In deze tekst wordt geargumenteerd dat er, behalve de oppervlakkige syllabe- en klemtoonaptronen, nog een ander gemeenschappelijk kenmerk is: de semantische aansluiting van veel representanten van beide typen bij infinitieven op -en en -eren (b.v. verslag – verslaan / respect – respecteren). Bij substantivering hebben die infinitieven onzijdig genus, en dat genus kan op de semantisch verwante afleidingen of leenwoorden overgedragen zijn.

Abstract

De Vriendt & De Schutter (forthcoming) offers data that may be considered to be conclusive for the fact that in the Brussels Dutch dialect disyllabic French loans with final word accent are significantly more often accorded neuter gender than any other type of loan nouns. A newly composed corpus shows the same tendency towards ‘neuter’ (and, consequently, away from the original gender in French) in the Dutch Standard Language as well. What is apparent from the same research project is, that the relative preference for ‘neuter’ also exists in other types of loans with non-initial word accent.

Treffers-Daller (1994) looks for an explanation for the evolution in the Brussels dialect in the formal similarity of syllable and accent patterns between (French) loan nouns and the derivation type of words with unaccented prefixes (e.g. bezoek, ontslag), which almost consistently provides neuter gender nouns in Dutch (and in all its dialects, including Brussels). Van Marle (2004) rejects this proposal on the (sound) ground that the two word types are too far apart from a morphological point of view: the autochthonous derivations are complex, the loans are simplex.

In this text I argue that there is another common feature, apart from the superficial syllable and accent patterns: the fact that many items in both word classes are related to infinitives in -en and -eren (e.g. verslag – verslaan ‘report(ing)’/ respect – respecteren ‘respect(ing)’). In nominal use those infinitives have neuter gender in Dutch and all its dialects, and this gender may have been transferred both to semantically related derivations and loans.

Gepubliceerd
2013-07-31
Sectie
Artikelen